Je denkt jezelf goed te kennen (en dat is ook zo). Toch kun je jezelf dan weer verrassen. Dit kan positief en/of negatief zijn. Je kunt hier tegenaan lopen op elk moment van de dag. Sommige situaties lenen zich hiervoor. Bijv. wanneer je in discussie bent met iemand, wanneer je een moeilijk moment meemaakt. Vaak ge
beurt dit onverwachts. Ik heb het nu een aantal keer meegemaakt tijdens een sportmoment. Je bent je dan weer even bewust van wie je bent/waar je voor staat. En dat terwijl je misschien niet had gedacht dat het zo is.
Na de kampioenschappen van Genwakai (Nippon Karatedo Genwakai Nederland) van afgelopen weekend, moest ik hier weer aan denken.
Tweeëneenhalf jaar geleden ben ik begonnen met karate. Het eerste jaar heb ik niet mee kunnen doen met de kampioenschappen, omdat ik nog de witte band had (je kunt pas meedoen vanaf de blauwe band). Vorig jaar had ik graag meegedaan. Maar wanneer je 31 weken zwanger bent, gaat dat toch niet lukken. Afgelopen zondag heb ik voor het eerst meegedaan aan de karate kampioenschappen. Ik heb er erg naar uit zitten kijken, want ik wil m’n beste beentje voor zetten en wat kunnen laten zien. Omdat ik de blauwe band heb, mag ik alleen meedoen met de kata (een gevecht tegen een denkbeeldige tegenstander). Aan het einde van de ochtend waren we, blauwe band senioren, aan de beurt. Zenuwachtig was ik niet, maar m’n wil om iets goed neer te zetten was er zeker wel.
Tijdens mijn kata heb ik opgemerkt dat ik iets niet goed deed. Wat het was, kon ik niet zeggen. Maar iets klopte niet. Tja, stoppen en het opnieuw doen? Nee, ik heb besloten door te gaan en te doen alsof ik het wel goed deed. Wanneer ik ben, ga ik weer terug naar mijn plek naast de andere karateka’s. En op dat moment kwam bij mij die ingeving waar de fout zat. Op zo’n moment kan ik dan alleen maar boos en vooral teleurgesteld zijn op mezelf. Ik vind dat ik de vorm van de kata zeker wel ken (ook al blijven er genoeg verbeterpunten over waar ik nog aan moet werken). Maar tijdens de uitvoering laat ik wat anders zien. En daar was ik niet blij mee. Ik heb willen laten zien dat ik de kata ken en dat ik heb geluisterd naar de aanwijzingen van de hogere banders tijdens de trainingen.
Perfectionistisch – Ik heb altijd gedacht dat ik niet zo perfectionistisch ben; dat ik snel tevreden ben met alles. In sommige opzichten is dat ook wel zo en kan ik genoegen nemen met iets minder. Maar in de tijd dat ik karate doe ben ik me weer steeds meer bewust dat ik toch zeker ook wel perfectionistisch kan zijn. Hier was ik een aantal jaren ervoor al achter, maar dat is tijdens karate toch zeker wel een aantal keren bevestigd. Als lagere bander zijn je technieken natuurlijk nog lang niet zo goed en mooi als die van een hogere bander. Ik vind daarentegen dat ik het ook al perfect moet kunnen. Stom? Misschien… Maar op deze manier stel ik wel doelen aan mezelf. Ik heb iets om naar toe te werken. Alleen moet ik er wel rekening mee houden dat het veel meer tijd kost dan ik mezelf wil geven.
Fanatiek – Ik kan mezelf ook vaak even voor de gek houden dat ik iets alleen maar voor de lol wil doen. Zeker op gebied van sport. Ik heb dat bij mezelf opgemerkt tijdens een volleybaltoernooi voor leerkrachten waar ik aan mee heb gedaan met m’n collega’s. Het gaat me zeker wel om de lol. Maar als we kunnen scoren en winnen, dan ben ik toch nog veel blijer. Ik doe zeker m’n best om hier aan bij te dragen. En dan ben ik ook duidelijk hoorbaar. Voor de lol… Jaja… Bij karate ben ik de winfactor nog niet tegengekomen. Ik ben bijv. nog niet zover dat ik kumite (gevecht tussen twee tegenstanders) kan doen. Hier gaat het niet om het winnen, maar om het toepassen van de technieken die je hebt geleerd. Maar tijdens de trainingen ben ik wel fanatiek bezig, omdat ik wel wil kunnen laten zien dat ik iets heb geleerd. De aanwijzingen die ik van de hogere banders krijg, neem ik mee om mezelf te kunnen verbeteren. Fanatiek zijn bij karate doe je ook door je (fighting) spirit te laten zien. Dat maakt de uitvoering van je technieken af. Het betekent dat je het laat zien in je houding, maar dat je ook van je laat horen. In het begin moest ik wel die denkbeeldige drempel over. Maar als dat is gelukt, dan ga je er tijdens de training helemaal voor.
(Zelf)reflectie – Tijdens de trainingen en ook na afgelopen kampioenschappen ben ik getriggerd om het de volgende keer weer beter te doen. Je wordt uitgedaagd om steeds weer beter te presteren, goed naar jezelf te kijken. Reflectie en zelfreflectie is hier regelmatig, eigenlijk elke training, aan de orde. Alleen op deze manier kun je jezelf verbeteren en kun je dus beter worden. Op deze manier kun je door examens een hogere band halen.
Perfectionistisch, fanatiek, (zelf)reflectie. Ik kom dit tegen bij karate. Maar dit kan ik natuurlijk goed spiegelen in mijn dagelijks leven.
Het perfectionistisch zijn gebeurt bij verschillende gebeurtenissen, activiteiten, momenten. Van kleine onbenullige dingen zoals het netjes opschrijven van mijn boodschappenlijstje. Wanneer het in mijn ogen niet netjes geschreven is, ben ik soms geneigd om het lijstje opnieuw op te schrijven zonder krassen en met een net handschrift. Als ik een surprise moet knutselen, zal ik er veel tijd in steken om ervoor te zorgen dat het netjes en secuur wordt gemaakt. Ik kan het niet snel in elkaar flansen, zodat het ik snel klaar ben. Ik wil dan wel dat het perfect is (in mijn ogen). En dan nog kan ik veeleisend zijn naar mezelf toe.
Fanatiek kan ik zijn wanneer we iets gaan doen waar ik enthousiast over kan zijn en wat ik goed (lees: perfectionistisch) wil doen. Ik heb het bij mezelf ontdekt bij karate. Ook heb ik bij mezelf gezien tijdens de voetbalwedstrijden in de tijd dat ik heb gevoetbald. Wanneer we scoren, hoor je mijn blijdschap. In het veld, maar wanneer ik niet speel, ook vanaf de zijlijn. Ik heb mijn team graag aangemoedigd en probeer mijn teamgenoten ook op te peppen. Tijdens gezelschapsspellen ben ik ook wel fanatiek. De winfactor is bij mij wel te vinden. Daarmee bedoel ik natuurlijk het wíllen winnen, want daadwerkelijk winnen lukt niet altijd.
(Zelf)reflectie gebeurt zeker bijna dagelijks. Dat kan privé zijn of op werkgebied. En zeker wanneer je te maken hebt met andere personen. Je blikt terug op een handeling wat niet goed heeft uitgepakt. Daardoor weet je wat je de volgende keer anders zou kunnen doen. Soms kom je er achter dat je aanpak juist wel goed heeft gewerkt en dat je dat de volgende keer ook weer toe gaat passen. Je zorgt hiervoor voor je eigen groei, vandaar dat ik het zie als een groeiproces zonder einddatum. Je raakt niet uitgeleerd. Over 20 jaar ben je nog aan het leren. En dus aan het groeien.
Door alledaagse gebeurtenissen kom je steeds meer achter wie je bent, wat wel/niet bij je past en waar je voor staat. Je leert jezelf beter kennen. Het is een proces wat niet ophoudt, maar wat wel vernieuwend kan (blijven) zijn.
Hoe zit het bij jou?
Ik kan me nog herinneren dat iemand jou gitaarles gaf.
Je had toen ook al gehoopt dat je na les 1 net zo goed kon spelen als je leraar.
Man, wat was je gefrustreerd toen je vingers pijn gingen doen en het niet ging zoals je wilde.
Zoiets zal niet snel veranderen 😉
LikeLike
Haha. Aard van het beestje is lastig te veranderen 😉
Ja, dat gitaarspelen… Ik ben er niet ver mee gekomen.
LikeLike